Vakmanschap als ambacht

Leestijd: circa 3 minuten

Natuurlijk gaat vakmanschap ook gewoon over nieuwe en oude ambachten. Mensen die het geduld hebben om door oefenen en beoefenen meester te worden in hun vak. Nog een quote uit De Ambachtsman. “Vakmanschap staat voor een duurzame, basale menselijke drijfveer, het verlangen om werk goed uit te voeren omwille van het werk zelf.”

Mooi, hè? Herken je het? Is het een drijfveer die je meeneemt naar je werk? Of ben je er voornamelijk mee aan de slag in een hobby of vrijetijdsbesteding?

De 10.000 uur regel komt regelmatig voorbij als het gaat om goed worden in iets. Zoveel tijd is er nodig voor vaardigheden om in te slijten. Het worden gewoonten waar je niet meer bij nadenkt. Dat is dan ook precies wat vakmanschap soms zo mysterieus maakt. Want gewoonten uitleggen aan een ander is bijna onmogelijk. Voordoen is al beter. We leren allemaal door af te kijken. Van onze ouders, leraren, vrienden, collega’s enzovoort. Door na te doen voel je soms ineens wat de vakman bedoeld met de gegeven uitleg. Woorden schieten tekort. En dan begint het. Oefenen en beoefenen, 10.000 uur lang. De ervaring dat het lukte, zal ervoor zorgen dat je het nog een keer wilt doen. En nog een keer. Net zo lang tot ook jij er niet meer bij hoeft na te denken.

Dit beeld past bij veel vakken die er al lang zijn. Lassers, loodgieters, schilders, koks, kappers, gastvrouwen/heren. De lijst is lang. Wat deze vakken gemeen hebben is dat het resultaat heel zichtbaar en vaak tastbaar is. Ik weet meteen als iemand in een winkel werkt omdat het moet, niet omdat hij/zij het zo graag doet. Het effect is onmiddellijk. Als de kok zich er met in een fabriek gesneden sla en industrieel gemaakte dressing vanaf maakt, zie ik dat als er geserveerd wordt.

Bij nieuwere vakken lijkt het misschien minder tastbaar of zichtbaar. Maar denk eens aan software ontwerpers. Die zijn er natuurlijk al tientallen jaren, maar pas de laatste 20 jaar met heel directe impact op heel veel gebruikers. Mijn ervaring met software pakketten in sales zijn soms om te huilen. Goed kunnen programmeren is bij lange na geen garantie voor een gebruikersvriendelijk programma. De wil om het werk goed uit te voeren gaat verder dan alleen je kunsten kunnen vertonen. Het moet rekening houden met voor wie of wat het uiteindelijk bedoeld is. Het moet passen in een breder verhaal. Waar wordt het voor gebruikt? Wie gebruikt het en in welke omstandigheden?

Vakmanschap als ambacht gaat over het aanwenden van vaardigheden en kennis om een waardevolle bijdrage te leveren. Het is fijn om te ervaren dat jouw bijdrage een verschil maakt. Dat is een beloning op zich. Ik denk dat we ons veel vaker af mogen vragen of dat wat we doen een waardevolle bijdrage levert. Wordt iets of iemand er beter van? Niet in financiële zin, maar in de zin van welzijn. Ook interessant is je af te vragen wie er werkelijk beter van wordt?

Het moment dat ik besefte dat ik in een bullshit job werkte, was het moment dat ik snapte dat wat ik als opdracht had uiteindelijk alleen bedoeld was om meer winst voor het bedrijf te genereren. Mijn opdracht had niets te maken met het beter bedienen van klanten. Laat staan met het oplossen van uitdagingen of problemen van klanten. Vandaar ook dat het kon dat als ik een week niets deed, er niemand van wakker lag. Er werd geen enkele klant negatief door geraakt.

Wat wel impact had was het feit dat ik wist hoe de praktijk werkte. De mensen waar ik mee mocht werken stelden daardoor vertrouwen in mij. Ook als er beslissingen werden genomen die zich moeilijk lieten verenigen met de praktijk. Terugkijkend is dat belangrijk geweest in mijn beslissing om het schip te verlaten. Mijn vakmanschap liet niet langer toe dat ik deze beslissingen verdedigde en uitdroeg. Ik heb niets persoonlijks tegen de mensen waarvoor ik werkte. Iedereen heeft zijn eigen beslissingen te nemen. Ik hoop wel dat ik door dit boek (ook deze) mensen aan het denken zet over hun bijdrage. Over dat wat ze werkelijk waardevol vinden en of ze dat bewaren voor thuis of dat het er ook (en misschien wel juist) mag zijn als ze aan het werk zijn.

Kortom, vraag jij je weleens af of je een bullshit job hebt? Wat is eigenlijk jouw vak? Waarvoor ben jij bereid 10.000 uur te oefenen en beoefenen? Wat doet het met je als je daar mee bezig bent? Wat is jouw ambacht?