We zijn allemaal vakmensen

Leestijd: circa 4 minuten

Vakmanschap? Da’s toch van vroeger? In zekere zin is het inderdaad iets van lang geleden. Een tijd dat je niet even naar de winkel ging om te kopen wat je nodig had. Wat dan ook. Wie maakt er nog zijn eigen kleren, zijn eigen vervoersmiddelen, zijn eigen eten? Hoe wordt het dan wel gemaakt?

Al in de proloog van het boek De Ambachtsman van Richard Sennet stond dè quote. “We kunnen tot een humaner materieel bestaan komen als we maar beter zouden begrijpen hoe dingen worden gemaakt.”

Het laatste wat ik wil is bepleiten dat vroeger alles beter was. Gewoon omdat dat niet zo is. We zijn welvarender dan ooit en ons welzijn is drastisch beter dan enkele honderden jaren geleden. Maar in de razende vaart van vooruitgang zijn we wel iets kwijtgeraakt. Namelijk het begrip voor hoe dingen gemaakt worden en tot stand komen. Volgens mij leidt dat ertoe dat we veel zaken voor lief nemen en in zekere zin respectloos behandelen.

Het voorbeeld dat het dichtst bij mij staat is eten. Als zelfverklaard hobby- kok begrijp ik steeds beter wat er voor nodig is om een goede maaltijd op tafel te zetten. Dat heeft tot gevolg dat ik inmiddels niets meer snap van het eten dat in de meeste supermarkten wordt verkocht. Alles lijkt erop gericht om binnen twintig minuten een maaltijd voor een heel gezin te maken, dat naar binnen te werken en er dan niet meer over na te denken. Als je daarbij optelt dat de bedrijven die deze gemaksproducten maken vooral bezig zijn met hun winstpercentage en niet oprecht met smaak en voedzaamheid van een maaltijd, dan zet mij dat aan het denken. Dan vraag ik mij af of ik dat zelf kan. En nee, in eerste instantie kon ik dat niet. Er zijn aardig wat misbaksels uit mijn keuken gekomen. Pas na stug volhouden, blijven oefenen, vragen stellen, naar anderen kijken en eindeloos proeven durf ik nu te zeggen dat ik met vrij willekeurige ingrediënten een prima maaltijd kan bereiden.

De gevolgen van mijn liefde voor koken zijn breed. Allereerst maak ik andere keuzes als ik boodschappen doe. Pakjes, zakjes en andere onzinproducten komen er niet meer in. Doordat ik begrijp wat de impact van intensieve veehouderij is op onze leefwereld, koop ik veel minder en alleen nog biologisch vlees. Kruiden doe ik zelf, naar smaak, en met soms een uitschieter (lees: misser).

Ten tweede ben ik veel kritischer als ik uit eten ga. Genoegen nemen met een salade waarvan de dressing uit een pak komt, de sla niet zelf gesneden is en de rest van de garnituur volledig fantasieloos is, kan ik niet meer. Ik betaal daarentegen graag voor de echte waarde van een met liefde en mooie ingrediënten gemaakte maaltijd. En nee, daar hoef je echt niet voor naar een sterrenrestaurant.

Ten derde maak ik me steeds meer zorgen. Helaas. Om mij heen zie ik een grenzeloos vertrouwen in de voedingsindustrie (alleen het woord zou al bellen moeten doen rinkelen), met alle gevolgen van dien. Overgewicht, gezondheidsproblemen en niet in de laatste plaats het feit dat de maaltijd steeds minder gezien wordt als een belangrijk sociaal moment.

Het begrijpen van hoe iets gemaakt wordt heeft dus nogal wat consequenties. Het wordt moeilijker om aan jezelf te verantwoorden om t-shirts van zeven euro te kopen, als je begrijpt hoe het gemaakt wordt. Het wordt ronduit vervelend om je te moeten verzekeren voor van alles en nog wat, als je begrijpt dat het doel van de verzekeraar vooral geld verdienen is en niet voor jou opkomen mocht dat nodig zijn.

Het begrijpen van hoe iets tot stand komt, kan uiteindelijk alleen maar leiden tot duurzamere keuzes. Er wordt minder weggegooid (echt, vrijwel alle overgebleven eten kan ik inmiddels hergebruiken), er wordt meer aandacht besteed aan kwaliteit in plaats van kwantiteit en tijdloos design mag weer de overhand krijgen op ieder jaar een nieuwe garderobe. En zeker niet ten laatste zal er meer begrip en respect komen voor de mensen die maken wat wij kopen.

We kunnen niet allemaal vakmens zijn in alles. Dat hoeft ook helemaal niet. Ik heb ervaren dat door steeds meer te leren op het gebied van eten en koken, ik ook anders ben gaan kijken naar bijvoorbeeld kleding. Ik zal eerder kiezen voor iets dat goed gemaakt is, van duurzame materialen en langer mee zal gaan. Daarbij is mijn toegenomen respect voor degene die het maakt absoluut een drijfveer. Ik kan een knoop aanzetten, maar dat is het dan ook wel. Hoe fijn is het dan dat iemand met liefde en vakmanschap een mooi kledingstuk voor je maakt?

Dus vakmanschap is heel erg van deze tijd. Het kan ons behoeden voor anonieme overconsumptie. Als we begrijpen hoe iets tot stand komt, maken we keuzes op basis van rentmeesterschap, onderlinge verbondenheid en van wat we echt nodig hebben. Ik zou graag zien dat vakmanschap ook betekent dat we weer interesse hebben voor hoe iets gemaakt wordt. Dat we dus allemaal een beetje vakmens zijn.