Regie 2/3
Leestijd: circa 2 minuten
Plannen of een plan
Het hebben van een strakke planning is voor veel mensen een schrikbeeld. Moet ik dan altijd alles op precies hetzelfde moment doen? Dan ben ik toch helemaal niet meer flexibel? Dan is toch alle lol eraf?
Dat is natuurlijk een beetje hypocriet, want het mopperen over wat anderen allemaal op je bureau of bord gooien is ook niet van de lucht. Dus zoveel plezier had je er nou ook weer niet van.
Ik heb geleerd dat ik veel meer lol heb, omdat ik minder flexibel ben. Wat overigens niet betekent dat ik overal nee tegen zeg of nooit met dingen schuif. Voor mij is dat het verschil tussen plannen (een werkwoord) en het hebben van een planning (een zelfstandig naamwoord). Ik heb een basisplanning, waarin dingen staan die ik op bepaalde momenten van een dag, week of maand wil doen.
In principe is alles onderhandelbaar. Het hangt er maar net vanaf wie wat van me vraagt. Mijn ochtendroutine overslaan voor een kennismaking met een gedroomde klant? Tuurlijk! Mijn vaste vrijdagavond-eten-met-onze-beste-vrienden-en-hun-dochters opgeven voor een netwerkborrel? Zeker niet. Enzovoort.
Het feit dat er een basisplanning is, maakt beslissingen over wel of niet ja zeggen makkelijker. Vooral omdat die basisplanning gebaseerd is op wat ik belangrijk vind. In deel vier ga ik je helpen ook zo’n basisplanning voor jezelf te maken. Een structuur waar je altijd op kunt terugvallen als je de regie even kwijt bent geraakt.
Todo-lijstjes
Ik vind lijstjes maken heerlijk! Ik maak zelfs wel eens lijstjes waar dingen op staan die ik al gedaan heb, want dan kan ik ze lekker afvinken.
Het gevaar todo-lijstjes is vooral dat ze oneindig zijn of worden. Er is altijd nog wel iets te doen. Zo’n eindeloze lijst is enorm demotiverend. Je ziet bij voorbaat dat je er geen beginnen aan is. In dat geval is afvinken ook niet meer leuk.
Mijn advies is om wel een overzicht van je taken te hebben, maar om je energie en je aandacht een belangrijke rol te laten spelen in je dagelijkse planning.