Aan de slag 4/4
Leestijd: circa 2 minuten
Zet de basisstructuur in je agenda
Dus neem alles van je uitgeprinte maanden over in je agenda. Als je met een papieren agenda werkt, doe het dan vooral met potlood! Dingen veranderen nou eenmaal en iedere keer een nieuwe agenda kopen is ook niet de bedoeling. Toen ik net begon met echt regie pakken over mijn tijd heb ik zelfs weer een agenda gekocht, omdat het visuele me hielp. Na anderhalf jaar ben ik weer helemaal terug gegaan naar mijn digitale agenda. Dus zoek vooral naar de manier die voor jou werkt. Er is niet één goede of perfecte manier. Het grote voordeel van digitaal werken vind ik dat ik herhalende afspraken of plannen maar één keer hoeft in te voeren. Volgens mij snappen alle digitale agenda’s herhalingen als “iedere eerste maandag van de maand”. Heel handig!
Wat ik prettig vind is werken met kleuren voor verschillende soorten agenda-items. Ik kan daardoor in één oogopslag zien of ik op een bepaalde dag bijvoorbeeld reistijd heb, of alleen afspraken met mezelf. Zo kan ik snel reageren op iets nieuws dat binnenkomt. Staat er op die plek iets in blauw? Dat is een afspraak buiten de deur en dus moeilijk te verzetten. Is het oranje, dan is het een afspraak met mezelf en kan ik dus ter plekke besluiten wat ik voorrang geef.
Ook hier, rustig aan beginnen! Zoek naar wat voor jou werkt. Misschien is onderscheid tussen werk en privé genoeg. Misschien wil je er na een maand nog een kleur bij voor sport of iets anders.
Wat blijft er over?
Wat denk je? Valt het wel mee met wat er allemaal in je agenda staat of krijg je er misschien toch minder goede kriebels van? Hoeveel gaten zitten er nog in? En vind je dat fijn of vraag je je nu al af waar je die mee gaat vullen?
Eén ding is zeker, je hebt nu goed inzicht in je tijd. Laat het gevoel dat dit inzicht oproept er vooral even zijn.
Waar vul je de overgebleven tijd mee op?
Je kunt nu als een malle alle bijrollen die nog geen plek hadden gekregen in de lege plekken gaan zetten. Maar misschien is het een goede oefening om het leeg te laten en te kijken wat er de eerste maand gebeurd. Wat doe je werkelijk in die tijd? Misschien zijn er wel patronen waar je je helemaal niet bewust van bent.
Herhaal!
Het is het verschil tussen plannen en een plan, tussen een werkwoord en een zelfstandig naamwoord. Het eerste is actief, de tweede passief. Ik zie mijn planning duidelijk als iets actiefs en voortdurend aan verandering of verbetering onderhevig.
Het is nooit af
Nooit af is niet erg en geen negatief oordeel. Het geeft ruimte en bewegingsvrijheid. Als je een ritme voor jezelf inricht om te plannen, dan maak je maximaal gebruik van die ruimte en zal het nooit als een keurslijf gaan voelen.
Ik plan iedere ochtend mijn dag. Heel kort, echt maximaal 15 minuten. Wat staat er op de planning, wanneer ga ik dat doen. Dat kan zo kort omdat ik iedere zondagmiddag de komende week plan. Alles wat er voor een bepaalde week bijkomt zet ik op de maandag van die week. Op zondag (snap je het nog?) is dat de lijst die ik over de komende week inplan. En alle grote blokken en vaste afspraken stonden er natuurlijk al in.
Mijn volgende grote plan-moment is eens per kwartaal, omdat ik met 12-weken-plannen werk. Maar het kan net zo goed eens per maand. Kijk en denk in ieder geval met regelmaat even wat langer vooruit. Dat voorkomt verrassingen.
Pas aan wat niet meer werkt
Voel je nooit bezwaard om aanpassingen te doen. Verander je ochtendroutine. Ga op andere dagen sporten. Wat dan ook. Het is jouw tijd! Het is belangrijk dat je die indeelt zoals het voor jou werkt en niet voor iemand anders. Ik hoop ook echt dat je mijn voorbeelden als niet meer dan dat hebt gelezen; voorbeelden. Gebruik ze als inspiratie. Om het vervolgens een beetje of helemaal anders te doen!