Perceptie 1/3

7 mei 24 | Blogserie Tijd

Leestijd: circa 3 minuten

Tijd is niet altijd hetzelfde

Soms duurt een minuut een eeuwigheid. Soms zijn diezelfde 60 seconden om voor je adem hebt kunnen halen. Tijd veranderd mee met de context, met de activiteit, met het gezelschap en je humeur. Dat kan voor je werken en dat kan zeker ook tegen je werken. Je kunt leren er gebruik van te maken en minder vaak het gevoel te hebben dat je tijd tekort komt. Je kunt zelfs gaan ervaren dat je tijd over hebt. Hoe vind je dat?

Wat is lang?

Dat duurt een eeuwigheid! Wat betekent dat eigenlijk? Mijn buurkinderen vragen bij een autorit van 15 kilometer al voor het eind van de straat of het nog lang duurt. Terwijl ik uit kan kijken naar de vakantierit naar Italië.

Flow ervaren

Soms vliegt de tijd voorbij zonder dat je er erg in hebt. Je begint ergens aan en als je stopt blijkt er een halve dag voorbij te zijn. Zomaar. Niks van gemerkt. Het fenomeen staat bekend als flow. Compleet opgaan in dat wat je aan het doen bent. Kinderen kunnen dat bijna vanzelf. Voor ons werkende mensen is er zoveel afleiding en afspraken en onderbrekingen dat het ons bijna niet meer lukt. De vraag is natuurlijk ook of we met iets bezig zijn waar we ons helemaal in willen verliezen. Iets wat we zo fijn vinden om te doen, dat tijd niet meer bestaat.

Ik heb twee dingen moeten leren om weer flow te ervaren. Allereerst door te zoeken naar wat ik fijn vind om te doen. Iets met liefde doen gaat gewoon makkelijker. Het tweede dat ik geleerd heb is dat je vooral moet beginnen. De flow is er namelijk nooit meteen. Denk er iets langer over na en je snapt dat dat ook helemaal niet kan. De meeste dingen moet je even inkomen. Dan kom je in flow. Als je dat weet kun je een ruim tijdsblok inplannen, waarvan vooral de begintijd vaststaat en je klaar bent als je klaar bent. Of dat nu na een uur is of na drie uur.

Afleiding is de doodsteek voor flow

Je wordt uit je werk- en denkritme gehaald. Je raakt letterlijk de draad kwijt. Dus help jezelf en sluit alle afleiding buiten. E- mail uit. Telefoon in een andere kamer. Herinneringen of andere geluiden uit. En muziek of geluid waar je lekker op werkt aan. Dat kan per soort werk heel verschillend zijn. Als ik mijn administratie moet doen zet ik het liefst mijn lijst met dansbare liedjes. Als ik nieuwe dingen schrijf is dat niet wat werkt. Dan is het of klassieke muziek of de onweer- en cafégeluiden van Noisly. Of het geluid van een trein. Die cadans doet wonderen voor mijn focus!

Het enige dat aan mag is een wekker voor de absolute eindtijd. Want ook het gevoel dat je wel op tijd moet stoppen kan je enorm uit je flow houden. Dus als je maar twee uur hebt, zet dan een wekker voor over 1 uur en 45 minuten. Een keukenwekker werkt hier prima voor. Lekker analoog! Je zet de wekker dus niet op twee uur, want dan moet je alsnog alles uit je handen laten vallen en rennen. Met 1 uur en 45 minuten heb je een kwartier om rustig af te ronden waar je mee bezig was.

Parkinson’s Law

Wonderlijke wet dit! “Werkt duurt zolang als de tijd die je er voor inplant.” Hè, wat?
Nou kijk. Je moet een saai klusje doen. Daar heb je een uur voor in je agenda geblokt. Dan kun je er vanuit gaan dat dat klusje een uur gaat duren. Er is iets in ons dat zorgt dat we de tijd die we hebben ook gewoon volmaken. Vooral bij rotklusjes. En dan vooral met van alles dat leuker lijkt dan dat klusje.

Terwijl je dit gegeven ook voor je kunt laten werken. Als je voor datzelfde klusje een half uur inruimt, lukt het namelijk zeer waarschijnlijk ook. Je legt jezelf een beetje druk op en hup, dan ga je doen wat je jezelf beloofd had te doen. Hier geldt dan wel weer; alle afleiding uit en weg. Want vooral tijdens saaie klusjes is alles behalve dat klusje interessant. Ik weet er alles van. Als het eenmaal een paar keer gewerkt heeft, dan wordt het vanzelf een uitdaging om er de volgende keer 20 minuten voor te plannen.